Van voor 1700 dateren de eerste beschrijvingen van deze in Zuidoost-Europa, Cyprus, de Kaukasus
en West-Turkije voorkomende species. Door kruisingen en veel selectiewerk zijn de tegenwoordig aangeboden cultivars ontstaan. Oosterse anemoontjes zijn prima te gebruiken voor verwildering. Maar ook leuk in potten te combineren met bijvoorbeeld vergeet-mij-niet en viooltjes.