Een natuurlijke kruising van C. luteum × C. kesselringii voorkomend in Centraal-Azië en het westen van de Himalaya. Vindplaatsen die bekend zijn, zijn o.a. de Ala-Bel Pass, Chuy–Kirgizstan en Tovil-Dara, Darwaz–Tajikistan. Er zijn verschillende klonen aangetroffen, waarvan enig ook op naam zijn gezet. De aangeboden vorm bloeit in de winter met gele bloemen. Vanaf de bloemsteel loopt een bruinrode tekening over op de buitenzijde van de bloemblaadjes.