Herkomst: Zuid- en West-Turkije. Vernoemd naar Franz von Fleischer (1801-1871) die in 1827 de eerste exemplaren aantrof in de buurt van Izmir. Een heerlijk geurend krokusje. De bladeren zijn lang en smal. De witte stervormige bloempjes zijn op de drie buitenste bloemblaadjes voorzien van blauwgrijze streepjes die zich in het midden van elk bloemblaadje bevinden. De keel is geel. De in drieën gesplitste stijl is fel oranje. Eigenaardig gevormde knolletjes.