Nederlandse namen: Naald van Cleopatra en Steppenlelie.
Eremurus komt van de Griekse woorden: eremos (woestijn, eenzaam) en oura (staart). De natuurlijke vindplaatsen zijn de droge rotsachtige en sterk begraasde berghellingen van Oost-Turkije tot aan de Himalaya, met species in China. De wortels zijn dik en vlezig en doen denken aan een zeer groot model spin. Ondanks deze 'grootte' dient een Eremurus zeer ondiep te worden geplant: drie cm aarde op de wortelvormende knol is voldoende. Zoals de natuurlijke standplaats aangeeft, verlangt een Eremurus een goed doorlatende en voedselrijke zanderige grond op een zonnig plekje. Let wel op in de winter, eremurus is enigszins vorstgevoelig, afdekken dus.
In 1956 door N.C. Ruiter geïntroduceerd. Men spreekt dan ook van Ruiter-hybride. De bloemen zijn oranje met aan de buitenzijde een opvallende donkerrode nerf, de meeldraden zijn ook oranje. In het knopstadium is deze eremurus donkeroranje.
Intro: 1811. De herkomst van deze zuiver witte species ligt in het noordwestelijk gelegen deel van de Himalaya. De bloemaar, bestaande uit vele witte bloemen, bereikt op z'n sloffen 80-90 cm, terwijl de totale lengte van de bloemsteel gemiddeld...
Intro: 1871. Herkomst: Afghanistan en Centraal-Azië. Robustus betekent: sterk, krachtig. De hoogte kan wel 250 cm zijn, waarvan de bloemtros een lengte van zo'n 100 cm voor haar rekening neemt.