Intro: 1931. Herkomst: het noordwesten van Iran (Tabris) en de Kaukasus. De weinige bladeren zijn smal en lijn- tot gootvormig. De bloemtrosjes, waarvan het lijkt dat ze direct uit de grond komen, bestaan uit stervormige wat knikkende zeer lichtblauwe geurende bloemetjes met op ieder bloemblaadje een lichtblauw nerfje en verschijnen direct na de winter. Uit ieder bolletje komen drie tot vier bloemsteeltjes. Verwildering.